Labradoodle en Goldendoodle
Van 2014 tot en met 2019 heb ik heeel veel Goldendoodles getrimd op Geleideschool Herman Janssen. Het moeten er minstens 500 zijn geweest, maar exact zou ik het niet weten. Wat ik wel weet is dat ik het altijd een leuk ras heb gevonden om te trimmen en dat geldt ook voor de Labradoodle.
In 2015 heb ik dan ook een specialisatiecursus gevolgd voor de Labradoodle en Goldendoodle.
Voorbeelden
Labradoodle en Goldendoodle
De Labradoodle (labrador x poedel)en Goldendoodle (golden retriever x poedel) zijn zeer sociale en intelligente honden die weinig tot “niet” lijken te verharen. Helemaal waar is dit niet, aangezien een doodle ook het gehele jaar door verhaard. Alleen is dit af en toe een enkele haar en niet de rui-periodes die we kennen van bijvoorbeeld een Herder of Labrador.
Het feit dat ze steeds vaker voorkomen en een onderhoudintensieve vacht hebben, zorgt er voor dat er bij de eigenaren van deze honden steeds meer vragen komen en problemen rijzen doordat de vacht snel klit.
Een doodle die te erg geklit is zal altijd kort geschoren worden. Het is te pijnlijk voor de hond om deze grote hoeveelheid klitten eruit te kammen.
Dit kun je voorkomen door te borstelen.
Onderhoud
Download hier een folder over het onderhoud van de doodle.
Het onderhoud van de labradoodle-vacht begint al bij de net aangeschafte puppy.
De vacht van een puppy is heerlijk zacht en vraagt om geaaid te worden. Veel doen zou ik zeggen, maar pak daar ook eens een kam voor. Het is zo belangrijk dat een pup van jongs af aan leert omgaan met kammen, borstelen, voetjes vast pakken en eigenlijk overal laten betasten, zodat het op latere leeftijd geen gestreste hond op de trimtafel, met alle gevolgen van dien.
Ga met een pup van ongeveer 15 weken naar de puppytrim. Bij elke goede trimsalon nemen ze de tijd voor een pup om hem/haar op een prettige manier te laten wennen aan het trimmen. Even op tafel, spelen, kammen, spelen, etc. Pas als de pup de leeftijd van ongeveer 5 maanden heeft bereikt is het tijd voor een echte trimbeurt.
Als de hond een volwassen vacht krijgt (7 tot 18 maanden), verandert de structuur van zachte haren in hardere haren en wordt de vacht klitgevoeliger.
Omdat de doodles nog niet zo lang bestaan (rond 1990) zijn er nog veel invloeden vanuit de rassen waaruit deze doodles zijn gefokt. Dit veroorzaakt de verscheidenheid aan vachten onder de doodles. Het is dus niet zo dat u bij de aanschaf van een labradoodle verzekert bent van een krulvacht of wat u ook op dat plaatje gezien heeft.
Het is een fabeltje dat doodles op de leeftijd van ongeveer 5 maanden helemaal kort geschoren moeten worden om welke reden dan ook. De genetische basis van een haar veranderd niet door het kort te scheren. Het enigste wat zou kunnen helpen is dat de doodle een periode makkelijker te onderhouden is doordat hij kort is.
Bij de labradoodle heb je kans op de volgende vachten voor een volwassen hond:
- Curly, gekruld (zoals een poedel)
- Fleece, golvend
- Hair, plat
Het is een sprookje dat doodles niet verharen. Elke hond verhaard, want elke haar heeft een groeicyclus die ook bij doodles er voor zorgt dat deze een keer uitvalt waar dan een nieuwe haar voor in de plaats komt. Alleen gebeurt dit bij doodles het hele jaar door, waardoor je het amper in de gaten hebt. De losse haren blijven hangen in de vacht en moeten hier echt uit geborsteld worden.
Dit in tegenstelling tot een hond die seizoensgebonden verhaard, deze verliest binnen een paar weken zijn haren, waar nieuwe voor in de plaats komen.
Het borstelen gebeurt laagje voor laagje. Til de vacht op zodat je de huid ziet. Borstel het gedeelte onder de opgetilde vacht. En dan weer een stukje verder, totdat de hele hond is gedaan. Losse, dode haren worden verwijdert. Borstelt u oppervlakkig, dan zal dicht op de huid klitvorming ontstaan door de oude haren die tussen de nieuwe haren blijven hangen.
De vacht gaat vervilten en het gaat broeien, waardoor er hotspots kunnen ontstaan. Kaal scheren is dan nog de enige oplossing.
Bent u niet in staat om wat voor reden dan ook om dit zelf te doen, breng de hond dan regelmatig naar de trimsalon. De vacht blijft gezond en de hond blijft mooi.
Allergie
Labradoodles zijn erg in trek bij mensen met een hondenallergie. Deze honden verharen weinig. De eiwitten in huidschilfers zorgen in de meeste gevallen voor allergische reacties. Deze huidschilfers blijven aan haren plakken die de hond dan verliest en de mens inademt.
Het is mooi dat er voor de hondenliefhebbers onder hun een mogelijkheid bestaat om toch een hond te hebben.
Het is hier wel belangrijk bij om je daar goed in te verdiepen om teleurstellingen te voorkomen.
De Australian Labradoodle is het meest gevraagde ras voor mensen met een allergie.
Waarschijnlijk komt dit doordat de Australian Labradoodle met grote secuurheid gefokt wordt. Zo worden ze geregistreert bij ALFA-Europe en via het DNA nagegaan of de hond ook daadwerkelijk de juiste ouders heeft. Dit maakt helaas wel de prijs van de hond een stuk hoger, maar je hebt wel zekerheid.
Even een technisch staatje wat betreft de Labradoodle:
Dat een F2 pup zo onzeker is heeft er mee te maken dat er geen backcross (terug fokken met een poedel zoals een F1B pup) heeft plaats gevonden. En het is juist de poedel die er voor zorgt dat de vacht “niet verhaart”. Het is niet goed te voorspellen wat voor pup hier uit ontstaat, zowel qua vachtstructuur als hypo-allergene vacht.
Voor de Goldendoodle geldt eigenlijk hetzelfde staatje qua verharing en hypo-allergene vacht, alleen de vachtstructuur is iets anders.
Voor een ‘echte’ Australian Labradoodle gaat het technische verhaal nog iets verder.
Voor meer informatie verwijs ik u naar http://www.labradoodlepups.nl/nl/labradoodle-fokschema.html. Een erg duidelijke site van een Australian Labradoodle kennel.
Zoals je ziet is de meest geschikte hond voor een allergisch persoon de F1B of de F2B generatie. Dus is het belangrijk dat je nagaat wie de ouders zijn en van welke generatie ze zijn.
Dan pas heb je enige zekerheid wat betreft je allergie.
Buiten dat is het ook zaak om goed uit te vinden waar je allergisch voor bent, want met een allergie voor het speeksel en de urine van een hond wordt het natuurlijk een heel ander verhaal.
PUP | OUDERS | VERHOUDINGEN | VACHT |
F1 | labrador retriever x poedel | 50% labrador 50% poedel | – harig, soms gekruld of golvend – lichte tot geen verharing |
F1B | labradoodle x poedel | 25% labrador 75% poedel | – dikker en meer krul dan F1 – lichte tot geen verharing |
F2 | labradoodle x labradoodle | onbekend | – verschillend – verharing verschilt van wel tot niet |
F2B | F1 x F1B | – verhaart meestal niet |